Accenten

In films en tv-series kan het zeer storend zijn. Mickey Rourke  speelt een Noord-Ier die in de IRA zit en veel contact heeft met een priester (Bob Hoskins). Hij spreekt die priester aan met father. Rourke is een Amerikaan en Amerikanen kunnen nog zo hun best doen, maar fa’er zeggen zoals de Noord-Ieren dat doen, gaat ze moeilijk af. Het accent van Rourke klopte niet en alleen al daardoor viel die film, A prayer for the dying, in het water.
Beter ware geweest dat de scenarioschrijver een subplotje had bedacht waardoor het aannemelijk zou zijn geworden dat een Ierse Amerikaan  lid wordt van de IRA. Had heel goed gekund. Dan had Rourke niet tevergeefs hoeven zeggen dat de veilens (violence) wel degelijk juus (use) had in Narden Eilend.
Laatst zag ik de film Race, over de Olympische Spelen van ’36 in Berlijn, waar Jesse Owens, de in het geheel niet Arische Jesse Owens, vier gouden medailles won. Twee Amerikaanse joodse sprinters werden uit de 4×100 meter gehaald om de nazi-organisatie tegemoet te komen. Dat was het slinkse, meegaande werk van een Amerikaanse bobo, Avery Brundage. Die werd gespeeld door de zeer Engelse Jeremy Irons. Hij probeerde uit alle macht Amerikaans te spreken, maar daarin faalde hij opzichtig. Het was pijnlijk om te zien. Herstel, om te horen.
In Nederland moeten heel veel acteurs Amsterdams spreken. Dat komt onder andere, doordat series bij voorkeur worden opgenomen in Amsterdam, omdat al die acteurs nou net daar en niet toevallig daar wonen. Frank Lammers Brabants horen spreken is heerlijk, omdat dat helemaal authentiek is. Maar ik zag eergisteren de film Ferry, waarin Frank weer schitterde, maar waarin de Limburger Huub Stapel een Amsterdamse maffiabaas speelde. Hij wendde voor Amsterdams te spreken, maar ook hij faalde opzichtig.
Zelfde probleempje deed zich voor in de serie Klem, waarin Jacob Derwig een Amsterdamse crimineel speelt. Met een Amsterdams accent spreken kan hij niet. Hetzelfde geldt voor de Bunnikse Carice van Houten, die in Red Light een hoer speelde. Ze doen hun best, maar het klinkt niet. Je zou naar het scherm willen roepen: “Niet doen, jongens!”, maar dat is dan al te laat.
Het is toch een kwestie van talent. Karin Bloemen is, net als een goeie vriend van mij, heel goed in Britse accenten. En iemand als Paul Groot kan niet alleen het Utrechtse accent van Henk Westbroek goed nadoen, hij deed ook nog eens keer diens stem en lichaamshouding perfect na. En de ‘kutjes’ van Jeroen van Koningsbrugge en Dennis van der Ven zijn aanvaardbaar Rotterdams. Goed acteren alleen is niet genoeg.
Ik heb een keer in Londen de musical Guys and dolls gezien. Hoofdrol: de Schotse filmster Ewan McGregor. Hij praatte net als iedereen in die musical plat New Yorks. (Vergelijk Archie Bunker: fooist voor first en pooison voor person.) Het klonk vrij overtuigend, maar ja, ik ben geen Amerikaan. Dus zocht en vond ik in de pauze Amerikanen. Ik vroeg ze of het accent van McGregor overtuigend was. Ze vonden van wel, maar volgens hen sprak bijna niemand in New York nog zo.
Ik vrees dat alle Amsterdamse rollen – zelfs die van een Don Juan – voortaan gespeeld moeten worden door Michiel Romeyn. Die kan het.

Bob Frommé

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.