Karel van het Reve eindigde elke bundeling van zijn stukken met Fragmenten. Korte stukjes over onderwerpen die geen groot stuk verdienden, maar die hij ook niet wilde weggooien. Zulke onderwerpen heb ik, net als iedere stukjesschrijver, ook. Laat ik nou eens in Karels voetsporen treden en het ook doen, fragmentjes bijeenbrengen. Hier komen ze.
Je hebt geloof ik een stuk of twaalf verschillende soorten drogredenen. Een daarvan is de cirkelredenering. Dat zijn uitspraken van het type: “Ik geef niet graag geld uit, want ik ben zuinig.” (Vrij vertaald: “Ik ben zuinig, omdat ik zuinig ben.”) Ik hoorde laatst een fraaie in het Journaal. In de coronatijd waren boodschappen een stuk duurder geworden. Hoe kwam dat? De verslaggever kwam met een sluitende, al te sluitende oorzaak. Het was het gevolg van de prijsstijgingen! Toen Maarten van Rossem, toch een scherpe denker, werd gevraagd hoe het na de verkiezingen verder zou gaan in de VS, zei hij niet dat hij dat niet wist. Hij zei: “Dat hangt af van wat er de komende jaren gebeurt.”
Ik heb een groot zwak voor woorden met unieke lettercombinaties: fnuiken en murw. Er zijn geen andere woorden in het Nederlands die zo beginnen of zo eindigen. Stofnest en winterwanten tellen niet mee. De combinatie ps aan het begin van een woord is ook gek, maar die komt meer dan eens voor. Zie psyche, pseudo- en psoriasis. Kn is ook te algemeen. Mijn stem gaat naar fnuiken en murw, al kan ik murw niet goed uitspreken.
Verwende kinderen dreinen en drenzen en werpen zich soms krijsend ter aarde, waarna ze met hun vuistjes op het aardoppervlak slaan om hun wensen kracht bij te zetten of hun frustratie de vrije loop te laten. Ze hebben te vaak hun zin gekregen, dus als hun iets wordt geweigerd of zelfs als iets hun niet lukt (de weigering komt dan als het ware van de realiteit), raken ze hevig ontstemd.
Daar komt nog iets bij. Aan zulke kinderen zijn vaak keuzemogelijkheden voorgelegd. “Wat voor ijsje wil je? Wil je dit ijsje of dat ijsje of nog een andere?” En dat in allerlei varianten. Van die keuzestress wordt een kind niet alleen ongelukkig, het wordt ook afgericht op keuzes maken. Dus als een ouder een kind ergens toe verplicht, iets aan dat kind opdringt, schiet het in de keuzestand. Het wil kiezen, maar ergens toe verplicht worden is geen keuze, dus zegt het nee. De enig overgebleven keuze.
Vlaams is meer zoals het wordt uitgesproken, schreef Gerard Reve al eens grappenderwijs. De klinkers schieten – net als in het Volendams – alle kanten op. Wit wordt wet. Lopen wordt loepen. Wedstrijd wordt wadstreed. Oud wordt ood. Zeelui wordt zieleu. Op wordt ap. Als de West-Vlaming wil zeggen dat bij elke wedstrijd in Zwitserland, althans buiten en op hoogte, sneeuw en koude horen, zegt hij: “Bee alke wadstreed ap hoegte en Zwetserland hoeren beuten snieuw an kode.” En dan spreekt die Vlaming nog Nederlands. Zijn dialect zou ook voor Fins kunnen doorgaan.
Bob Frommé